Voor de particuliere gebruiker: Elke opslag van gasflessen moet aan de volgende veiligheidsvoorschriften voldoen:  Plaats een gasfles waar mogelijk buiten of in een goed geventileerde, daarvoor ingerichte opslagplaats. Controleer of alle kranen van de gasflessen (zowel volle als lege) goed dicht zijn en zorg ervoor dat de beschermkap bij gasflessen die voorzien worden van een beschermkap goed aangedraaid is. Sla ze niet op in de buurt van een warmtebron of bij brandbare materialen. Zorg voor voldoende ventilatie. Bij opslag, vervoer en gebr ...

Als in een gasdrukregelaar zonder afblaasveiligheid iets mis gaat, bijvoorbeeld het membraan scheurt of het regelsysteem blijft hangen, waardoor de toevoer niet gesmoord wordt als de druk in de leiding te hoog wordt, dan komt de volledige flessendruk op alle aangesloten toestellen te staan, zoals op de verbruikers kachel, kookplaat en koelkast. De afblaasveiligheid begrenst de druk in die gevallen tot 2 à 3 maal de gebruiksdruk, door gas te laten ontsnappen via het afblaasventiel. Een drukregelaar met een afblaasventiel herken je aan het kle ...

Zet een fles nooit in de kelder, of in de buurt van een keldergat. Omdat het gas in een gasfles zwaarder is dan lucht, zakt eventueel vrijgekomen gas naar beneden en kan niet weg. Dit geldt niet alleen voor de opslag in de kelder, maar bijvoorbeeld ook bij de opslag van flessen in je boot. In je boot mag de fles alleen maar worden bewaard in een speciaal daarvoor ingerichte plaats (de gasbun). Sla je gasflessen dus bovengronds en goed geventileerd op, zo vermijd je gasophoping. ...